Een wijnfan in Bilbao en San Sebastian

Een wijnfan in Bilbao en San Sebastian

Ik schreef eerder al eens een blog over wijn in Baskenland. In dit blog geef ik je wat tips voor geweldige bars en restaurants in Bilbao en San Sebastian. Ietsje minder over wijn specifiek dus, maar natuurlijk wel over gastronomie. Minstens zo belangrijk.

Alle dikke tips van Jelle staan ook in dit google maps lijstje, zodat je de adressen bij de hand hebt.

Bilbao

Als je in Bilbao bent, dan loop je sowieso een keer over de Zubizuri-brug. Een unieke brug (die wel wat weg heeft van een kleine Erasmus) waarover de stad nog altijd ruzie heeft met de ontwerper. Met maar een klein beetje regen werd de voetgangersbrug namelijk spekglad en zorgverzekeraars trokken bij de gemeente aan de bel dat die brug echt te veel ging kosten aan alle gebroken benen. De architect nam geen verantwoordelijkheid en weigerde elke aanpassing: dat zou het unieke ontwerp schaden. Inmiddels heeft de gemeente rubberen matten over de brug gelegd en zijn weer nieuwe ruzies tussen stad en architect ontstaan (zoals over de aansluiting van de brug op een ander voetpad: mag niet van de architect en daarom gaapt er een gat van een paar centimeter tussen de delen). Afijn, reuze interessant. Ik ben wat minder van de high end kunst in het Guggenheim, maar voor dit soort loze feitjes ben ik wel in. Lees er eens over, als je er bent. 

Wat ik eigenlijk wilde zeggen: als je die brug afloopt naar het zuiden, kom je vanzelf Capricho tegen. Goed opletten, want het is verder een weinig bijzonder cafeetje waar je zo voorbij zou kunnen lopen. Maar: hier at ik de allerbeste tortilla die ik ooit op heb. Super smeuïg, een mooi fors stuk en – zoals eigenlijk overal in Baskenland – voor geen geld. Binnen hingen wat posters over tortilla-kampioenschappen. Geen idee wat de waarde daarvan is, maar voor mij gooide dit café echt hoge ogen. Pas overigens op voor de tortilla met rode peper want die was volgens mijn reisgenoot wel echt muy picante. De ober had nog gewaarschuwd…

Overal in de stad vind je pintxosbarretjes. Daar staat Baskenland immers om bekend. En tussen die barretjes is echt wel veel verschil. Van een simpel stukje stokbrood met een uitgedroogde salade tot ware versbereide kunstwerkjes. Die laatste zoeken we natuurlijk, want het prijsverschil tussen een steengoede pintxo en een exemplaar uit een karig barretje, is vaak minder dan een euro. Daar gaan we niet voor tobben. Ik heb twee tips, beiden op het mooiste plein van de stad: Plaza Nueva in de oude stad.

Sorgínzulo zit verscholen in een hoek van het plein, maar je herkent ‘m vanzelf aan de drukte. Dat is misschien even wennen, maar die drukte bepaalt ook meteen het losse karakter van dit soort geweldige barretjes. Ondanks het harde werken zijn alle camareros in voor een geintje. Ga gewoon helemaal los op de pintxos; wij hebben niet misgegrepen.

Ben je toe aan een beetje opfrissing? Loop dan naar een andere hoek van het plein. Daar zit Antxoa Taberna. Zij zijn gespecialiseerd in, hoe kan het ook anders, ansjovis. Heerlijk verfrissend, bijvoorbeeld met een olijfje en/of een groen pepertje. Minstens zo belangrijk: het combineert geweldig met een lekker glas Txakoli.

Niet op het plein, maar elders in de stad vind je Restaurante Abando. Naast de op zichzelf al spectaculair gevulde bar, zagen we aan het tafeltje naast ons iets bijzonders gebeuren. Verse coquilles werden aan tafel gebrand. No doubt: dat hadden we ook nodig. Erg leuk en lekker, bijvoorbeeld met een vollere witte Rioja.

Is het dan eindelijk avond geworden (avond in de zin van minimaal een uur of negen), dan kun je absoluut opnieuw voor pintxos gaan, maar de Baskische keuken heeft ook behoorlijk wat Michelinsterren verworven. Ik heb ze helaas niet allemaal geprobeerd, maar ik ging naar Zortziko* de Daniel García en dat was zeer de moeite waard! Wij gingen voor de elf gangen van typisch Baskisch geïnspireerde gerechtjes. De prijs van 120 euro voor dat menu vond ik heel fair, maar wat het extra leuk maakt: er is een geweldige wijnkaart waarbij je voor een goede fles wijn echt moeite moet doen om meer dan 30-40 euro te betalen. Oké, het lukte me toch (wie laat een Pintia voor een euro of 80 in een goed restaurant liggen?!), maar het is verre van nodig en in mijn geval maakt vooral de wijn het toch vaak behoorlijk duur om luxe uit eten te gaan. Dan is een kaart als die van Zortziko echt top! Kleine shout-out ook naar de Malkoa Single Vineyard Ondarrabi Zuri die even op eikenhout heeft gerijpt. Zo had ik die druif nog nooit geproefd!

Tip van Nadien: Cork in Bilbao. Een te gekke wijnbar, niet helemaal centraal gelegen, maar de omweg meer dan waard. Hier werd ik – Nadien – destijds omvergeblazen door toffe sherry’s van Luis Perez en Cota45, die ook nog eens per glas te bestellen zijn. Ik ga zeker een keer terug. Jelle is er inmiddels kind aan huis. Deze plekl mag je niet missen!

En nog een tip voor Michelinsterfans onder ons: Nerua in het Guggenheim. Net als bij Zortziko vinden we hier ook schappelijke prijzen. Het menu, bestaande uit 8 gangen, kost 85 euro. Eventueel kun je die nog uitbreiden. De wijnkaart is niet heel uitgebreid, maar we waren dolgelukkig met Bodegas Tradición op de kaart. Het enige minpuntje is het moordende tempo waarin alles werd geserveerd.

Slapen

Op zoek naar het perfecte verblijf in Bilbao of in de omringende regio? Hier zijn enkele hoteltips.

  • Palacio Urgoiti in Mungia, een kwartiertje rijden van Bilbao (20 euro met een Uber). Een heerlijk hotel: ruim opgezette kamers, een balkon met terras zodat je ook ‘s avonds nog kan naborrelen, vers en uitgebreid ontbijt en ook dineren kun je er prima.
  • Gran Hotel Domine in Bilbao stond op ons lijstje, maar was last minute net iets boven ons budget. Prachtige locatie met uitzicht op het Guggenheim. Ook voor niet-hotelgasten is het dakterras toegankelijk (leuk om te ontbijten!).

San Sebastian

San Sebastian Misschien nog wel meer dan in Bilbao, kun je in San Sebastian het oude centrum inlopen en worden verrast door tal van pintxosbarretjes. Maar ook daar geldt: er is echt wel verschil. Ik heb er zeker meer dan tien afgevinkt en dit zijn mijn favorieten.

De bar met – zeker in mijn ogen – de meest onaantrekkelijke naam is Bar Sport. Maar vrees niet: het zit niet vol met voetbalsupporters en ik meen dat er zelfs geen sport werd afgespeeld op een televisieschermpje. Dat is op zich al uniek in Spanje. In deze bar geen jonge bediening, maar louter ervaren heren die in soort continue dans om elkaar heen werken in een bar die ik alleen maar behoorlijk vol heb gezien. Een geweldige sfeer en echt goede pintxos. Ik viel voor de foie a la plancha. Een beetje fout misschien, maar zo heerlijk.

Het is misschien een beetje saai, maar ook wel lekker makkelijk: precies naast Bar Sport zit Borda Berri. Eveneens top. En die bar leidt meteen tot een algemene tip: je bent snel geneigd om te kiezen van heerlijke pintxos die klaarliggen op de bar. Maar in vrijwel elke bar hangt ook nog een krijtbord met daarop kleine gerechtjes die vers worden bereid. Zoals bijvoorbeeld de inktvis (txipirón a la plancha) die ik daar had. Zonder meer moet je ook gegrilde octopus eten (pulpo a la brasa).

Net buiten het oude centrum vind je Bodega Donostiarra Gros. Getipt door anderen, aten we daar een geweldige versie. Ken je pulpo alleen taai? Dan heb je gewoon altijd verkeerd gezeten. De tentakel kwam op een aardappelpureetje met gerookte paprika om die lekkere rooksmaak van de gril nog wat te versterken.

Allerlaatste tip: heb je alle barretjes uitgespeeld en gaan ze sluiten, maar ben jij nog lang niet klaar? Ga voor een afzakkertje naar Konstituzio Plaza. Op een prachtig plein zitten daar nog een paar cafés waar de avond nog langer kan duren. En sluiten die ook? Dan is er elders in de stad nog een whiskybar. Althans, het heet Museo del Whisky maar of er ook daadwerkelijk een museumdeel was: daar heb ik geen actieve herinnering meer aan…

Goede reis!
De CO2-uitstoot van onze reizen wordt gecompenseerd.

Meer reistips?

 

 

 

Abonneer je op de nieuwsbrief van Le Club des Vins.
Ontvang net als 2.500 anderen elke week wijnvertier in je inbox.

 
 

 

 

Jelle Stelpstra begon zijn carrière als belastingadviseur maar switchte na 12 jaar naar iets dat nóg interessanter is dan belastingen: wijn. Jelle is eigenaar van wijnbar Walsjérôt in Rotterdam en is vinoloog. Bij Walsjérôt kun je zelf tappen van meer dan 70 wijnen.