Een wijnfan in Jerez

In 2021 was mijn eerste bezoek aan de sherry-driehoek een feit. Als start- en eindpunt van onze avonturen diende de mooie stad Sevilla, die zonder twijfel een plekje veroverde in mijn persoonlijke top 3 Spaanse steden (samen met Valladolid en Madrid – en oké Bilbao hoort er eigenlijk ook bij). Een jaar later, in 2022, kreeg ik de kans om samen met Pitch PR de sherry-streek verder te verkennen.

Reden genoeg om alle must visits op een rij te zetten. Hieronder vind je de beste restaurants en niet te missen bodegas.

En als je er dan toch bent, spendeer dan ook een dag in Sanlúcar de Barrameda (ongeveer kwartiertje rijden vanaf Jerez). Ga langs bij Casa Balbino en bestel hun tortillitas de camarones met een glas manzanilla – schreeuwend aan de bar net als de locals. Over mijn belevenissen in Sanlúcar heb ik een aparte blog geschreven, die je hier kunt lezen.

In Sevilla raad ik je aan om te eten bij Eslava en ga voor de manchego-ijs. Klinkt vies, maar is bijzonder lekker.

Je kunt ook dit Google Maps lijstje bekijken met alle tips (restaurants, hotels en bodegas) in de sherry-driehoek.

Deze bodegas mag je niet missen

Bodegas Luis Perez

Een aantal jaar geleden ontmoette ik de export manager van Luis Perez op Wine Professional en overlaadde hem met vragen over sherry en de revolutie die gaande was (en nog steeds is) waarbij Willy Perez (zoon van) aan de frontlinie staat. Hij legde uit dat het eigenlijk geen revolutie is, maar dat we het beter een involutie moeten noemen. Terug naar hoe het was voor de industrialisatie van sherry. Zo speelde vroeger terroir een veel grotere rol. In 1868 telde de sherryregio 134 gedocumenteerde pago’s, vergeleken met ongeveer 40 vandaag. Voorheen waren er ook veel meer druivenrassen toegestaan, en was het niet verplicht om de wijn te versterken. De druiven werden langer in de zon ter droging gelegd, zodat het suikergehalte steeg en de wijnen daardoor een hoger alcoholpercentage hadden. Dat doet Willy Perez nu ook met de Jerez La Barajuela-serie, de ultieme versie van sherry zonder dat het sherry mocht heten, want het was niet versterkt. Inmiddels is de regelgeving aangepast en is het niet meer verplicht om de wijn te versterken (en mag je ook op een natuurlijke manier de 15% verkrijgen).

Daarnaast maakt Willy Perez ook een fantastische witte wijn, La Escribana. Het is een zogenaamde vino de pasto, een onversterkte witte wijn van palomino fino die meestal een korte rijping onder flor ondergaat. Een stijl die vroeger heel normaal was, maar in de vergetelheid is geraakt. Nu weer terug van weggeweest. Cota 45 maakt ook hele mooie exemplaren.

jerez

Bodegas Valdespino

Met PitchPR bezocht ik Bodegas Valdespino en werden we rondgeleid door de wijnmaakster zelf. Valdespino Bodegas is één van de oudste wijnhuizen van de sherry-driehoek. Het heeft een rijke geschiedenis die teruggaat tot de 13e eeuw. Na beloond te zijn met een wijngaard voor zijn hulp bij het bevrijden van Jerez van de Moren, begon Alfonso Valdespino wijn te produceren in het gebied. Na verloop van tijd groeide het familiebedrijf en werd het merk Valdespino bekend om zijn uitzonderlijke kwaliteit. In 1999 verkocht de familie het bedrijf aan de Grupo Estévez, die de Valdespino soleras (25.000 vaten!) verhuisde naar een nieuwe, state-of-the-art faciliteit aan de rand van Jerez. Indrukwekkend om al die vaten bij elkaar te zien en nog mooier om van de wijnmaakster zelf de processen te horen die resulteren in onder andere die geweldige Tio Diego Amontillado, om er maar één te noemen.

Bodegas Tradicíon

Bodegas Tradicíon is een boutique winery en produceert jaarlijks ongeveer 20.000 flessen. Hun bodega is prachtig, inclusief museum met werk van Spaanse schilders, en ongeveer 1.500 vaten. Het ademt traditie – what’s in a name? Toch is Bodegas Tradicíon nog relatief jong. Het werd opgericht door Joaquín Rivero in 1998. Hij verwierf oude solera’s die niet gebruikt werden of van ter ziele gegane bodega’s en restaureerde een 17-eeuwse bodega om ze bij elkaar te brengen. Zo brengt Tradicíon dus eigenlijk wijnen op de markt die ouder zijn dan het bedrijf zelf. Ze produceren sherry’s waar je stil van wordt. Echt heel goed.

Bodegas Ximénez-Spínola

In tegenstelling tot andere wijnhuizen werkt Ximénez-Spínola uitsluitend met pedro ximenez voor zowel droog als zoete wijn. Bijna alle droge sherry’s worden van palomino fino gemaakt. Voor zoete sherry’s wordt (ook) PX of moscatel gebruikt, die niet eens uit Jerez maar uit de buurtstreek Montilla-Moriles worden gehaald. Ximénez-Spínola trekt al meer dan 250 jaar haar eigen plan en heeft zich gespecialiseerd in knappe PX-wijnen.

Te koop bij Twaalf Procent of Meer in Middelburg of via de website van Anfors.

Bodegas William & Humbert

Denk je dat je alles gehad hebt, kom je bij William & Humbert. Dit is niet alleen het grootste wijnhuis van Jerez, het is de grootste van Europa. Het heeft een oppervlakte van 17.000 vierkante meter en telt 65.000 vaten van 500 liter met 25 miljoen liter wijn. Een aanzienlijke portie van deze vaten is bestemd voor Schotland, de whisky-producenten zijn gek op sherry-vaten. Het zijn nieuwe vaten van Amerikaans eikenhout, veel te heftig voor sherry. Toch wordt er wel sherry in gedaan, niet om ooit op te drinken, maar om de vaten die smaak mee te geven. De vaten worden na een jaar of twee à drie verkocht aan Schotland, de inhoud gaat naar een distilleerderij om er wijnalcohol van te maken.

Slapen

We hebben in het hotel van Tio Pepe geslapen. Het is een mooi boutique hotel naast de bodega (de toeristische rondleiding kun je met een gerust hart overslaan). Heerlijke bedden, een dakterras met zwembad en een piekfijn ontbijt. Het kost wat, maar het is het waard. Een alternatief is het Sherry Park Hotel, een beetje out-dated maar van alle gemakken voorzien inclusief zwembad.

Restaurants

La Carboná

La Carboná is geweldig en verdient eigenlijk een ster. Dompel je onder in de sherry en ga voor het sherry menu met de sherry pairing. Je weet niet wat je meemaakt.

Sterrenzaken: Lú en Mantúa

Er zijn twee michelinsterrenrestaurants in Jerez: Lú Cocina y Alma en Mantúa. De keuken van Lú is Frans-georiënteerd, terwijl Mantúa iets meer focust op lokale ingrediënten. Er was alleen plek bij Lú, dus daar zijn wij geweest en het was heel erg goed. Het restaurant heeft een open keuken en een futuristisch behangetje. Het personeel is een tikkeltje stijf, maar dat mag de pret niet drukken. Mooie gerechten, geweldig brood (3 soorten luchtigheid) en ook verrassende wijnen (ook in het arrangement), waaronder zelfs – die kregen we blind – een Vin Jaune uit Jura. Grappig!

Tohqa in El Puerto de Santa Maria

Van Willy Perez kregen we de tip om te gaan eten bij Tohqa, een destijds net geopend en behoorlijk experimenteel restaurant in El Puerto de Santa Maria. Denk aan: levende garnalen en tonijnhart in de vorm van een lolly. Dat was intens en niet per se het allerlekkerste dat ik ooit heb gegeten. Maar hele goede sfeer, prachtige locatie – een soort half open ruimte met veel botanische planten – en super leuke sommelier. De andere gerechten waren minder experimenteel en verschrikkelijk lekker: een gekarameliseerde ui met hazelnoten en oloroso. Nou, schiet mij maar lek. Ook het toetje gemaakt van de lie (gistcellen) was fenomenaal. Volgens mij kun je ook een ‘normaal’ menu of à la carte bestellen.

Meer sherry?

Abonneer je op de nieuwsbrief van Le Club des Vins.
Ontvang net als 2.500 anderen elke week wijnvertier in je inbox.

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.