Champagne is met stip mijn favoriete drankje. Champagne is bruisend, krachtig, uitgesproken, zacht en zuiver. Zie hier de parallel met wat mooi is in het leven. Vrienden zullen het beamen: er gebeurt iets met me wanneer ik een mooie flute voor m’n neus heb waarin bruisende bubbels zitten. En vaak is er wat te vieren als er Champagne open gaat. Dat is geen vereiste, bubbels passen eigenlijk altijd.

Er is meer dan Champagne alleen…

Bubbels drinken gaat – tegenwoordig – over meer dan Champagne. Er zijn vele mousserende wijnen die de naam niet mogen dragen (driewerf hoera voor pitbull Frankrijk), maar die bijna of helemaal aan Champagne kunnen tippen. Denk aan Cremant uit de Bourgogne of de Loire-streek in Frankrijk, Pongrácz uit Zuid-Afrika of goede Cava uit Spanje. De zeer geoefende bubbeldrinker zal ze (vooralsnog) onderscheiden van een Champagne, maar de gemiddelde liefhebber niet.

Voor mousserende wijnen buiten het Champagnegebied worden soms ook andere dan de drie officiële Champagnedruiven – Chardonnay, Pinot Noir en Pinot Meunier – gebruikt. Bijvoorbeeld de Aligoté en de Gamay. Op onze laatste wijnreis kocht ik o.a. bruts de Vouvray en Touraine – beiden uit de Loire-vallei en gemaakt van de Chenin Blanc. Die wachten nog op een goed moment om geproefd te worden!

 

Rondkijken, proeven en kopen in de Champagnestreek

Een van mijn favorieten onder de Champagnes is de Brut van huis Joseph Perrier. Mooi goudgeel, gemiddelde/stevige bubbel, fruitig (appel) en zacht. Joseph Perrier was één van de huizen die we een aantal jaren geleden bezochten. In de Champagnestreek kun je volop proeven en rondkijken in kelders bij (kleine) Champagnehuizen, die heerlijke champagnes verkopen voor een fractie (grofweg 1/3) van wat je in Nederland betaalt.

“Champagne is the only wine that leaves a woman beautiful after drinking it.” –  Madame de Pompadour

Een prettige bijkomstigheid van Champagne is dat je er niet lelijk of laveloos dronken van wordt. Dat is bij andere wijnen of bier vaak wel anders.. Zo zuiver als Champagne proeft blijf je er ook uit zien, hoe veel glazen je ook neemt. En man, ongelimiteerd Champagne drinken, wat krijg ik daar een jubelend gevoel van. Topkok Sergio Herman dronk in zijn Oud-Sluis tijd elke dag een glas Champagne. Bevordert de concentratie en maakt je scherp, heb ik hem eens horen zeggen.

Bubbels drink je het beste thuis

Nog meer leuks: het is bij bubbels niet (ik herhaal: niet!) de bedoeling om ingehouden van je glaasje te nippen. Voor de optimale beleving van het tintelende gevoel in je mond en de smaak, moet je een goede slok nemen. Hopsakee. En genieten! Nadeel daarvan is dat je glas snel mindert. Niet getreurd: ik vind dat een van de redenen waarom je bubbels het beste thuis drinkt. Dan kun je lekker bijschenken. Of beter gezegd: opnieuw inschenken, want Champagne schenk je rustig (geduld!) in één vloeiende beweging in, zodat bubbels zo veel mogelijk behouden blijven.

De fles mag altijd (leeg)

In horecagelegenheden komt het nogal eens voor dat je een Champagne/bubbel krijgt die al even geopend is en waar de bubbel deels uit is. Ook al is de smaak dan nog goed, ik vind dat een heuse deceptie. Friet zonder mayonaise, maar dan veel, veel erger. Een belediging voor de wijn – en het geld niet waard. Meer bubbels thuis drinken! Persoonlijk hanteer ik als huisregel dat er áltijd minimaal één fles bubbels koud ligt. Of je nou wilt vieren, lachen, huilen of werken: bubbels mogen altijd. En mocht het nog niet zijn overgekomen: de fles mag ook altijd in één keer leeg, dat is het beste.

“I drink my Champagne when I’m happy and when I’m sad.
Sometimes I drink it when I’m alone.
When I have company I consider it obligatory.
I  trifle with it if I’m not hungry and drink it when I am.
Otherwise I never touch it – unless I’m thirsty”

– Madame Lily Bollinger

Bubbels