‘s Werelds duurste wijnen ondergaan een rijping in eikenhouten vaten. Het is natuurlijk een kwestie van smaak, maar het is op z’n zachtst gezegd opvallend dat (veel van) de beste wijnen in de wereld een houtlagering ondergaan. Dat zijn overigens niet zomaar willekeurige houten vaten. Daar zit een hele bedrijfstak achter.

Van boom tot vat

Vanzelfsprekend beginnen we met een eikenboom. Van zo’n 100 a 200 jaar oud zijn. Een boom is goed voor twee vaten. De boomstam moet worden omgezet naar plankjes. Dit moet heel secuur gedaan worden – in de richting van de nerf – zodat het hout waterdicht blijft. Nadat de planken zijn gewassen en gedroogd, worden ze verpakt en verstuurd naar de vatenmaker.

Daar worden de planken op maat gesneden en worden de bodems gemaakt. Het buigen van de planken en het vervolgens in elkaar zetten van de gebogen planken (de zogenaamde ‘duigen’) gebeurt met de hand. Een zenuwslopend proces lijkt me: het mag natuurlijk niet in duigen vallen 😉

Het buigen van de planken gaat met vuur en vocht tegelijk. Het vat wordt van binnen uit verwarmd. De manier van branden is bepalend voor de vanille en boter tonen, die zo kenmerkend zijn voor wijn. Amerikaans eiken wordt vaak krachtiger gebrand dan Frans, waardoor het dus ook krachtige houtaroma’s geeft aan de wijn.

Meer weten over de verschillen tussen Amerikaans, Frans en Oost-Europees eiken?

Like what you read?

Volg me dan op Instagram of Facebook en blijf op de hoogte van mijn avonturen en nieuwe artikelen. Le Club des Vins stuurt elke maand een nieuwsbrief uit, genaamd wijnvertier in je inbox. Lid worden?

Ik vind het ook TE GEK als je een reactie achterlaat hieronder ❤