In ‘Wine Simple’, het vorig jaar verschenen boek van topsommelier Aldo Sohm staat een lijstje van wijnen met slechte reputatie. Op nummer vijf: Beaujolais. Met als begeleidende tekst: ‘Great makers are rewriting the reputation’. De spijker op z’n kop, als je het mij vraagt. De Beaujolais is herstellende van een slechte reputatie. Niet geheel ten onrechte, want de wijnen uit de streek stonden lange tijd synoniem voor goedkope primeurwijn en gestandaardiseerde eenheidsmeuk. Maar een groeiend aantal wijnmakers laat er vandaag de dag – of soms al veel langer – zien dat de gamaydruif er op z’n plek staat. Dat je er, mits je je op kwaliteit focust, hele mooie wijnen kunt maken. Het geheim? De wijnmaker en zijn terroir. Aan de hand van tien van de beste wijnmakers en hun wijnen duiken we de bojo in.
Benieuwd naar Wine Simple? Check hier >
Jean-Paul Brun – Beaujolais Blanc ‘Vinification Bourguignonne’
Cliché numero uno: Beaujolais is rode primeurwijn en dient zo jong mogelijk gedronken te worden. Grotendeels onwaar. Bovendien is niet alle Beaujolais rood. Een zeer bescheiden deel van de aanplant bestaat uit chardonnay. Die wijnen mogen echter niet onder de naam van de tien cru’s op de markt komen. Dus een Fleurie Blanc zul je niet tegenkomen. Een Beaujolais Blanc daarentegen wel. Over het algemeen niet bijster de moeite waard, een paar uitzonderingen daargelaten. Waaronder deze, van maestro Jean-Paul Brun. Een chardonnay gemaakt á la bourguignonne, dat wil zeggen 1 jaar op houten vaten gerijpt. Smaakt ook als een serieuze witte Bourgogne. En kost een stuk minder. Al gaat de prijs wel ieder jaar met gemiddeld één euro omhoog.
Te koop bij Wijnkoperij Platenburg >

Jules Desjourneys – Moulin-à-Vent
Vooruit, nog zo’n cliché: Beaujolais smaakt naar schuimbanaantjes. Wederom: grotendeels onwaar. Het is vooral afhankelijk van hoe de wijn gemaakt is. In de Beaujolais worden er verschillende manieren van wijnmaken toegepast. Waaronder de beruchte macération carbonique. Waarbij er eigenlijk geen klassieke vergisting plaatsvindt, maar een enzymatische omzetting in de druif doordat de trossen in een afgesloten vat onder koolzuurdruk gepropt worden. Die manier van wijnmaken (en het gebruik van sommige gistsoorten) wil nog wel eens snoepjesachtige wijnen opleveren. Zoals veel van de primeurwijn.
Ik ga wat macération carbonique even kort door de bocht, want het is een vrij technisch verhaal. Mocht het je interesseren, Jamie Goode heeft er een heel verhelderend stuk over geschreven.
Fabien Duperay van Domaine Jules Desjourneys is fervent tegenstander van de macération carbonique. Hij maakt zijn wijnen op de old school manier. In alle opzichten. Al zijn druivenstokken in Fleurie en Moulin-à-Vent zijn minstens 65 jaar oud. Er wordt biodynamisch gewerkt in de wijngaarden, met hele lage opbrengsten per hectare. De wijnen worden klassiek vergist. En rijpen soms tot wel 3 jaar op gebruikte vaten. Het levert hele geconcentreerde wijnen op, zoals deze Moulin-à-Vent. Ik proefde onlangs deze wijn uit 2008, 2009 en 2010 en stond versteld hoe dat er bij stond. Nog heel jeugdig, vol fruit, met een enorme diepgang. Een beetje afhankelijk van de jaargang kun je dit bij een blindproeverij best verwarren met een wijn uit de Noordelijke Rhône. Te gek domein, helaas zeldzaam en, je voelt ‘m al aankomen, niet al te goedkoop. Bovendien is door deze wijn ook het misverstand dat Beaujolais altijd jong gedronken dient te worden uit de wereld.
Te koop bij Wijngenoten Maarssen >

Clos de la Roilette – Fleurie ‘La Griffe du Marquis’
Het verhaal van Clos de la Roilette (zowel naam van de wijngaard als het domein) is nogal een bijzondere. Deze wijngaard hoorde tot de jaren ’20 van de vorige eeuw namelijk bij Moulin-à-Vent, tot de cru’s officieel ingedeeld werden door het bojocomité: toen behoorde deze wijngaard ineens tot Fleurie. Terwijl het bodemtype veel meer op de wijngaarden van Moulin-à-Vent lijkt. Moulin-à-Vent staat over het algemeen bekend als de cru waar de stevigste wijnen vandaan komen, mede dankzij de granietbodems met veel mangaan. Terwijl de wijnen van Fleurie over het algemeen wat lichter qua structuur zijn. Destijdse wijnmaker niet blij. Paardenhoofd op het etiket. Inmiddels staat Alain Coudert er aan het roer. Hij maakt Fleurie’s (en wat andere wijnen) van verschillende niveaus. Zijn beste paard van stal is deze La Griffe du Marquis. Een Fleurie van zeer oude wijnstokken, gerijpt in grote eikenhouten vaten. Een totaal eigenzinnige wijn, die je eigenlijk verplicht een paar jaar moet laten rijpen. Schenk hem maar eens blind: grote kans dat de proevers een betere Bourgogne in deze wijn proeven.
Te koop bij Wijnkoperij De Gouden Ton >

Jean Foillard – Morgon ‘Côte du Py’
Beaujolais wordt officieel gezien als onderdeel van de Bourgogne. Toch zijn er meer verschillen dan overeenkomsten. Qua bevolking, landschap, druiven en uiteindelijk de wijnen. Sterker nog: de gamaydruif is ooit zelfs verbannen uit de Bourgogne. Daar is Pinot Noir de koning, al worden de beste wijnen vernoemd naar hun herkomst: het dorp, of bij de allerbeste exemplaren naar de wijngaard. De beste Beaujolais zijn over het algemeen afkomstig uit een van de tien cru’s, waaronder deze Morgon van Jean Foillard. Echter zien we ook in de Beaujolais steeds vaker dat de topwijnen van één specifieke wijngaard afkomstig zijn. Côte du Py in Morgon is daarvan het beste voorbeeld. Jean Foillard, één van de leden van de bende zonder zwavel (waarover later meer) maakt misschien wel de mooiste Côte du Py: een stevige, gestructureerde Morgon, barstensvol fruit. Maar ook een wijn met tannine en bite. Een wijn die het ook in een wijnkelder goed doet. Van één van de mooiste wijngaarden van de hele Beaujolais, dus. Wie weet gaan die premier cru’s er nog eens komen.
Te koop bij De Wijnvriend (scroll omlaag voor kortingscode) >

Clotaire Michal – Beaujolais-Villages ‘La Napoleon’
Zullen we er nog één cliché ingooien? Vooruit, eentje voor de wijnnerds dan. ‘Alleen Beaujolais uit één van de cru’s is de moeite waard’. Over het algemeen wel, zou ik zeggen. Maar er zijn echt uitzonderingen. Deze Beaujolais-Villages van Clotaire Michal is een must-try. De wijngaarden liggen ten zuiden van de tien cru’s (onder Brouilly, om precies te zijn), dus mag deze wijn ‘slechts’ als Beaujolais-Villages in de fles. Maar deze bojo ordinaire doet zeker niet onder voor de gemiddelde cru. Da’s ook niet zo gek, want Clotaire heeft het vak onder andere geleerd bij Thierry Allemand in Cornas, misschien wel één van de beste wijnmakers ter wereld. Net als zijn leermeester werkt hij volledig organisch en met zo weinig mogelijk interventie in de kelder. Zijn ‘La Napoleon’ weerspiegelt dat perfect: een hele zuivere, rustieke Beaujolais zonder opsmuk. Aards en sappig. Ontzettend goed.
Niet makkelijk te vinden in Nederland, maar wel bij onze Belgische vrienden van In Terra Veritas >

Pierre Cotton – Côte de Brouilly
Aldo Sohm schreef het zo mooi in zijn boek waar ik eerder al aan refereerde: ‘Great makers are rewriting the reputation’. Het leuke aan de Beaujolais is dat er eigenlijk twee type ‘great makers’ zijn. Enerzijds de gerenommeerde huizen waarbij opvolging binnen de familie zorgdraagt voor continuïteit, anderzijds zie je ook nieuwkomers. Bijvoorbeeld wijnmakers die oorspronkelijk wijn maakten in een andere streek. Grond is relatief betaalbaar in de Beaujolais, dus het is een geliefde plek om je als jonge wijnmaker te vestigen. Pierre Cotton is er zo een, weliswaar zoon van een beaujolaismaker, leerde het vak in de Loire, om uiteindelijk terug te keren naar Odenas in de Beaujolais. Sinds enkele jaren maakt hij onder eigen naam wijn, waaronder zijn spectaculaire Côte de Brouilly, de cru van de Mont Brouilly. Een van de meest ondergewaardeerde cru’s van de Beaujolais als je het mij vraagt, want de steile wijngaarden krijgen er veel zon, waardoor de wijnen over het algemeen wat steviger kunnen zijn. Cotton werkt volledig natuurlijk, wat je terug proeft in zijn wijnen. Zijn Côte de Brouilly is heel levendig, met een spicy karakter, fijne zuren en veel energie.
Te koop bij Vleck >

Lapierre – Morgon
Marcel Lapierre. God hebbe zijn ziel. De godfather van de hedendaagse natuurwijn. Gelukkig zijn Matthieu en Camille – zijn nazaat – net zo bedreven in het maken van Beaujolais waar niets aan ontnomen, noch toegevoegd is. Puurder krijg je je wijn niet. Marcel Lapierre begon met het maken van deze stijl begin jaren ’80, met assistentie van oenoloog Jules Chauvet. Met als doel onderscheidende wijnen te maken. Dat is gelukt. Al vrij rap werden zijn opvattingen overgenomen door enkele bevriende wijnmakers, die daardoor ook wel ‘de bende zonder zwavel’ werden genoemd (waaronder dus ook de eerdergenoemde Jean Foillard). Het zijn wijnen van druiven van biologische of biodynamische herkomst, waarbij in de kelders eigenlijk zo weinig mogelijk aan gesleuteld wordt. Geen industriële gisten, geen gefilter en geen of zo weinig mogelijk toegevoegd sulfiet. In het geval van Lapierre’s Morgon levert dat een wijn met een bijkans onmogelijke concentratie aan fruit op. Aardbeien, frambozen, kersen, bosbessen, noem maar op. Ongelofelijk sappig. Fris. Maar ook aards. Als ik één wijn van dit lijstje zou moeten verplichten, dan zou het deze zijn. Al is het maar omdat Lapierre eigenlijk de grondlegger is van de hedendaagse natuurwijnhype en heel veel wijnboeren in de Beaujolais heeft geïnspireerd.
Te koop bij De Wijnvriend (scroll omlaag voor kortingscode) >

Yvon Métras – Fleurie
Lapierre was naast revolutionaire wijnmaker dus ook belangrijk inspirator. Niet alleen door de kwaliteit van z’n wijnen, ook door het feit dat hij anderen wist over te halen om écht goede wijn te maken in plaats van druiven te leveren aan suffe coöperaties. Yvon Métras was zo iemand. Begin jaren ’90 aangestoken door Lapierre en vandaag de dag wellicht de grootste cultwijnmaker van de hele Beaujolais. Maakt helaas kleine hoeveelheden wijn. Waarvan zijn Fleurie met een beetje geluk vindbaar is. Geen goedkope grap, maar absoluut de moeite waard. Pikdonkere Fleurie. Volgepropt met fruit. Drinkbaar fluweel. In de beste jaren maakt hij ook nog Fleurie L’Ultime, van zijn oudste stokken. Een schaarse en vooral erg dure wijn. Op veilingen gaat ‘ie voor ruim over de 100 euro, een ongekend bedrag voor deze bescheiden streek.
Te koop bij De Wijnvriend (scroll omlaag voor kortingscode) >

Château Thivin – Côte de Brouilly ‘Le Sept Vignes’
Naast veel hippe, jonge wijnmakers telt de Beaujolais ook enkele instituten: klassieke wijnhuizen die al generatie op generatie actief zijn. Op de Mont Brouilly staat één van de weinige échte chateaux van de Beaujolais: Château Thivin. De familie Geoffray – de 6e generatie momenteel – maakt hier al sinds 1877 witte en rode Beaujolais. Ze hebben 7 percelen op de mont, waarvan ze allemaal een aparte wijn maken. Je raadt het al: hoog op mijn bucketlist staat het proeven van al die wijnen naast elkaar. Ultiem ge-nerd. Gelukkig hebben ze ook een assemblage, namelijk ‘Le Sept Vignes’, waarbij de naam uiteraard op de 7 percelen slaat. Klassieke stijl Beaujolais. Veel tegenwoordige Beaujolais wil nog wel eens vol op het orgel der paars fruit gaan. Hier proef je echt rood fruit. Geplette aardbeien. Met een rokerig randje. En zeer betaalbaar bovendien. Maken trouwens ook hele aardige witte Beaujolais.
Te koop bij Wijnhandel Peeters >

Marc Delienne – ‘Abbaye Road’ Fleurie
Alweer een wijnmaker die niet bij de minste in de leer gezeten heeft: Marc Delienne leerde het vak bij Domaine de Trevallon in de Provence én bij Crozes-Hermitagesheld Antoinne Graillot. Die laatste adviseerde hem om eens in de Beaujolais te gaan kijken en daar zijn domein te beginnen. Zo gezegd, zo gedaan. In 2015 kocht hij Chateau de l’Abbaye in Fleurie en is er wijn gaan maken. Met als doel ultieme kwaliteit leveren. Sleutelwoorden: biodynamisch werken, oude stokken, lage opbrengsten, eigen gist, niets toevoegen, niet filteren, weinig sulfiet. Zie hier, zijn ‘Abbaye Road’ Fleurie is de perfecte samenvatting van dit stuk. Plezierige wijn. Soms wat serieuzer dan je verwacht. Kan een tikje boers zijn. Maar verloochent zijn herkomst niet, mits goed gemaakt. Beaujolais is more.
Te koop bij Zekvinos >

Disclaimer: door tien willekeurige wijnen te kiezen, doe ik veel wijnmakers en overgeslagen cru’s tekort. Ik denk aan de mooie wijnen van cru’s als Chiroubles of Juliénas (had eigenlijk echt niet mogen ontbreken in dit stuk, gezien de naam van ondergetekende). En de wijnen van wijnmakers als Lapalu, Dutraive, Mee Godard, Desvignes of Château des Jacques. De Beaujolais heeft gewoon teveel te bieden om in slechts tien wijnen te bespreken. Check hier het tweede artikel van Julian over de Beaujolais.
Share:
De bubbel volgens de oermethode: methode ancestrale
De beste boeken over wijnproeven