Ik ben socioloog, en na mijn studie in Nederland direct naar Zwitserland vertrokken om achtereenvolgens aan de slag te gaan bij een wijnhuis, de sterrengastronomie en nu bij een wijnimporteur. Sinds September ben ik begonnen aan de grootste uitdaging in mijn leven: Master of Wine worden. In deze serie zal ik jullie meenemen in mijn ervaringen. De vorige keer vertelde ik over mijn verwachtingen, deze keer vertel over wat er van mij verwacht wordt.
Examples, examples, examples. Dat is zo’n beetje m’n mantra tegenwoordig. Als een spons moet je alle informatie in je op nemen, zodat je kan knallen tijdens het examen. Knallen, want het theorie-gedeelte bestaat uit vijf keer drie essays over het groeien van druiven, het wijn maken, de behandeling van wijn (filtreren / stoppers op wijn etc.), over de wijnmarkt en actuele zaken in wijn. Daarnaast is er een praktijkexamen. Hiervoor moet je twaalf wijnen blind proeven. Dan geldt: use evidence from the glass.
Ik zal je uitleggen hoe beide examens er in detail uitzien.
Theorie
De opleiding tot Master of Wine stimuleert je kritisch en analytisch na te denken, dit komt door de manier waarop de vragen zijn opgesteld. Een mogelijke vraag is:
How can a viticulturist best ensure water sustainability when establishing and managing vineyards in drought-prone regions?
Een brede vraag, waarin eigenlijk meerdere vragen verpakt zitten. De kandidaat moet antwoord geven op hoe een wijnboer om moet gaan in wijngaarden met weinig water. Maar alleen dat is niet genoeg, want de link moet gelegd worden met duurzaamheid en hoe je zo duurzaam mogelijk kan omgaan water.
Ik vind deze manier van vragen heel interessant, want een Master of Wine student wordt zo gestimuleerd om na te denken. Het gaat niet alleen om droge kennis, je moet deze kennis analytisch toe kunnen passen. Dit maakt het natuurlijk een stuk uitdagender.
Bij ieder argument moet je een real life example hebben van wijnhuizen. Er wordt van je verwacht dat je per onderwerp voorbeelden hebt van minstens drie verschillende continenten en verschillende soorten wijn. Alleen Europa op je duimpje kennen is dus niet genoeg, de hele wereld komt aan bod. Een uitdagende klus. Het is niet per se heel moeilijk, maar vooral heel veel werk. Gelukkig is er een syllabus die een frame maakt van wat we wel en niet kunnen verwachten.
Praktijk
Voor het praktijk gedeelte is er geen syllabus en kan dus iedere wijn in de wereld worden gevraagd. Succes met de wedstrijd.
Er zijn drie papers: P1 is witte wijn, P2 is rode wijn, P3 kan alles zijn zoals bubbels, versterkte wijnen, maar ook ‘gewoon’ witte of rode wijnen. Elk paper bestaat uit twaalf wijnen.
Vaak zijn de wijnen in flights verdeeld. Een voorbeeldje is: wijn 1 & 2 zijn van voornamelijk dezelfde druivensoorten, maar komen uit twee verschillende landen.
Deze ‘tips’ die worden gegeven zijn heel belangrijk om voor jezelf een beeld te schetsen om wat voor wijnen het zou kunnen gaan. De vragen die gesteld worden zijn onderverdeeld in 7 onderwerpen: origin, grapes, winemaking method, quality, style, commerciality & maturity.
Bij het instituut houden ze er van deze vragen te combineren, bijvoorbeeld:
- Identify the origin as closely as possible, with reference to grape variety/varieties used
- Regarding to style and quality of the wines, which winemaking methods are used to produce these styles
Bij het beantwoorden van deze vragen moet je altijd ‘het waarom’ in je achterhoofd houden. Het is niet alleen de bedoeling dat je kan oplepelen hoe de wijn smaakt, maar het is ook belangrijk dat je kunt beschrijven hoe deze smaken tot stand komen, bijvoorbeeld: “moderate spicy sensation and moderate palate weight with slight toast aromas suggest 3 months lees contact” of “absence of tertiary aromas suggest protective handling of the grapes“.
De examinatoren willen feiten zien. Als de wijn een aroma van hout heeft, dan moeten je hersenen al gaan ratelen. Hoe lang? Wat voor hout? Is het hout getoast? Is het nieuw of gebruikt hout? Welke invloed heeft het op de wijn?
Ook al is het officieel het praktijk gedeelte, er komt veel theorie kennis aan vast. Als je bijvoorbeeld nieuw Amerikaans hout proeft (kokos, vanille, etc.), maar de wijn heeft ook een droge afdronk – dan ga je al snel richting Rioja. Een fout die je echt niet kan en mag maken is iets proeven in je glas, wat theoretisch echt niet kan. Zeggen dat er een Tokaj 6 Puttonyos in je glas zit, maar het suikergehalte op 125 gram zetten. Impossible. Een Tokaj 6 Puttonyos mag deze naam namelijk pas dragen als er meer dan 150 gram suiker per liter aanwezig is.
En nu?
Bij beide onderdelen, de theorie en de praktijk, zijn de vragen diepgaand en word ik gestimuleerd om (hard) na te denken. Het werkt qua studeren een beetje anders dan bij het WSET Diploma. Hier pakte ik een boek en kon ik tien uur achter elkaar studeren. Dat is voor Master of Wine niet te doen. Voor deze opleiding moet ik analyseren, beredeneren en belangrijk: mijn eigen draai aangeven. Door de soort vraagstelling wordt er van je verwacht dat je de theorie en de wijn voor je in het glas echt begrijpt. Bij Master of Wine moet je een stap verder zetten, en dit is voor mij het lastige, maar ook het leuke en de reden waarom ik me kapot studeer, omdat ik dit wil kunnen!
Hoe het nu echt gaat in de opleiding, hoeveel uren ik er in steek en wat het nou eigenlijk kost om dit allemaal voor elkaar te krijgen, lees je in deel 3. Stay tuned!
Meer weten van Mats? Volg hem op instagram >
Meer over WSET en Master of Wine vind je hier.
Gastblogger: Mats van de Steenhoven
Ik ben socioloog, en na mijn studie in Nederland direct naar Zwitserland vertrokken om achtereenvolgens aan de slag te gaan bij een wijnhuis, de sterrengastronomie en nu bij een wijnimporteur.
Sinds september 2020 ben ik begonnen aan de grootste uitdaging in mijn leven: Master of Wine worden.
Share:
Mats wil Master of Wine worden (deel 1)
Back to the Beaujolais