Herinnering aan Italië

Herinnering aan Italië

“Denkend aan Italië zie ik brede wijngaarden traag door vulkanisch landschap gaan, rijen ondenkbaar mooie amandelbomen in volle bloei op de akker staan…”

(voor de kenners: na-geaapt van H. Marsman en zijn gedicht ‘Herinnering aan Holland’)

Deze sfeerschets gaat voor het moment niet meer op. De herinnering aan Italië is behoorlijk aangetast na alle droevige berichten die we de afgelopen maanden hebben gehoord.

Terug in de tijd

Heel graag neem ik je mee terug in de tijd, naar 18 februari 2020, toen we nog maar weinig wisten en ik zonder zorgen vertrok naar Sicilië.

Mijn liefde voor Italië is groot. Heel groot. Dat ik op mijn studie een échte Siciliaanse mocht treffen (met alle heftigheid en drama included) was een groot geluk voor mij. Vanaf het eerste studiejaar deelden we onze liefde voor wijn, eten en studiestress. Vier geweldige hotelschooljaren volgden en onze vriendschap was assolutamente claro. Heel duidelijk dus. Het werd ook al snel helder dat ik zéker snel naar Sicilië moest komen. Na 6 jaar ben ik dan finalemente gegaan.

Het toen nog regenachtige Nederland ruilde ik maar al te graag in voor het zonovergoten Sicilië. Een beetje overdreven vond ik het toen ik een thermometer op mijn hoofd gedrukt kreeg toen ik het vliegtuig uit kwam. Mensen met mondkapjes werden heel raar aangekeken. Als ik toen eens wist wat ik nu weet.

Maar goed, ik wist dat dus niet en liet me vol overgave knuffelen door mijn vriendin Simona en haar familie die mij kwamen ophalen van de luchthaven. Mijn overgeorganiseerde vriendin had de hele week al uitgestippeld en oh yeah, daar ga ik goed op. Nog maar net voorbij de luchthaven gereden zag ik fruit- en groentekramen staan waar ik meteen foto’s van wilde maken. Toerist. Simona snapte er niks van maar echt, hier word je toch blij van?!

blank

Haar moeder is alles wat je van een Italiaanse mamma verwacht: ontzettend dramatisch, warm en een geweldige chef. Alle avonden kookte ze fantastische gerechten en dronken we wijn uit plastic flessen van de lokale wijnboer die rechtstreeks tapt uit het vat. Wat een sfeer.

blank

Maar eerlijk is eerlijk, die wijn uit de plastic fles was niet te zuipen. Dus vertrokken Simona en ik naar drie verschillende wijnhuizen.

Informazioni

Op het eiland Sicilië wordt al generaties lang wijn gemaakt. In het boek Volcanic Wines vertelt de auteur dat de wijngeschiedenis al 3500 jaar terug gaat. Er is ongeveer 115.000 hectare aan wijngaarden op het eiland en jaarlijks wordt daar zo’n zes miljoen hectoliter wijn van geproduceerd. Sicilië is het op éen na grootste productiegebied van Italië, alleen Veneto produceert meer. Een kleine side-note: lang niet alle Siciliaanse wijn wordt gebotteld. Veel wordt verstookt tot alcohol.

Het eiland kent 7 IGT’s, de grootste is IGT di Sicilia. In totaal zijn er 19 DOC’s, (en geen DOCG’s) maar laat je niet misleiden door deze hogere DOC classificatie, er valt in beide categorieën veel moois (én minder moois) te ontdekken.

Er wordt hier en daar met internationale rassen gewerkt, maar het is juist zo leuk dat je op Sicilië een heleboel inheemse druiven kunt vinden die je nergens anders tegenkomt (zoals op veel plekken in Italië overigens).

Gotta love Italy.

Franchetti: aan lava ontsnapt

De eerste stop is bij wijnhuis Franchetti in Passopiciaro aan de voet van de Etna-Nord. Voor wie het niet weet: de Etna is een actieve vulkaan op Sicilië. Op Sicilië noemen ze haar mamma Etna, omdat ze op alle plekken ‘over je waakt’ omdat je de Etna altijd ziet. De weg naar het wijnhuis toe was alleen al geweldig, het glooiende gebied was helemaal zwart. Hier en daar een klein struikje maar verder groeit er niks.

Ik kon me moeilijk voorstellen dat we ook maar enigszins in de buurt waren van een wijngaard, maar op een bepaald punt was er ineens toch begroeiing. Later vertelde de dame van het wijnhuis Franchetti ons dat de lava-uitbarsting in de 19e eeuw 50 meter (!) voor hun wijngaarden was gestopt.

blank
Versteend lava

Andrea Franchetti heeft de net aan het lava ontsnapte wijngaarden in het jaar 2000 overgenomen. Hij wilde de originele druiven van het gebied nieuw leven inblazen en besloot zich vooral te focussen op de druif nerello mascalese (blauw) en plantte deze aan op de vulkanische bodem (als die er niet nog stonden).

Contrada’s

Hij besloot wijnen te maken van verschillende ‘contrada’s’, je kunt dit een beetje zien als ‘traptreden’ van de Etna in dit geval. Hoogteverschillen dus. Hij maakt blends van de verschillende treden, maar ook crus van de bovenste contrada’s, welke gezien worden als de beste. Hier vind je ook de meeste versteende lava.

Veel van de bush vines bij Franchetti zijn meer dan een eeuw oud. Ons werd verteld dat phylloxera hier nooit echt een probleem is geweest. Dit vond ik opvallend, dus ben ik op zoek gegaan naar een verklaring (skip pink if bored! 😉 )

In het boek Volcanic wine las ik dat de larven van de druifluis zich van rank naar rank verplaatsen via de oppervlakte of juist via de ‘cracks’ onder de grond. Gronden die klei bevatten kunnen drogen en barsten; hier vindt de larve dus zijn weg om zich te verplaatsen. Zanderige en vulkanische bodems daarentegen bevatten (bijna) geen klei en laten geen ruimte voor scheurtjes; hier voelt de larve zich dus niet thuis.

Het kan wel zijn dat op bepaalde plekken de larve toch is aangekomen in vulkanische gebieden omdat ze zich ook over de oppervlakte verplaatsen maar de overlevingskans is veel kleiner, ze kunnen zich immers niet via de bodem kunnen verplaatsen. En dat is nou juist waar ze naartoe willen: de wortels van de ranken.

blank
Meer dan 100 jaar oude bush vine, in Italië ‘alberello’ genoemd. Op de achtergrond de Etna.

Naast wijnen van nerello mascalese maakt Franchetti de wijn “Franchetti”
van petit verdot & cesanese di Affile. Dit was een complexe wijn die deed denken aan gedroogde bloemen, kersen, frambozen en citrusvruchten tegelijk. We dronken de jaargang 2017, maar dachten dat het zeker nog wel een paar jaar in de kast kon, de tannines waren nog super-de-puper-jong. Toen we hoorden dat de flessen 130 euro per stuk waren waren hebben we tóch geen doosje meegenomen.

Na Franchetti komt spaghetti

Het is inmiddels 12 uur, dus tijd voor pranzo! of terwijl: lunch. We rijden naar een willekeurig restaurant – want de pasta is overal lekker – en krijgen naast aglio olio e peperoncino een heerlijk glas cataratto, ook zo’n inheemse Siciliaanse druif. Het is een van de meest aangeplante rassen in Italië (!) en zo onbekend?

De verklaring hiervoor is dat veel gebruikt wordt voor bijproducten en niet voor wijn. Het ras wordt trouwens ook vaak gebruikt voor marsala. Het kan een ontzettend saai zijn met cataratto, maar wanneer de wijnboer er voor zorgt dat de opbrengsten niet te hoog zijn kunnen er verrassende wijnen van gemaakt worden.

Onze cataratto was sappig en fris, had iets van perzik, bloemen en citroen. Het bittertje was niet te missen en tegelijkertijd iets mineraals? (Zó vaag, het woord mineraal, maar een beter woord heb ik er niet voor (tips welkom!)). Mocht je nu zin hebben in dat glas cataratto, hierbij mijn excuses; ik ben de producent vergeten.

blank

Gambino

Na dit aangename bezoek bezochten we het wijnhuis Gambino waar ze ons vertelden over hun natuurlijke manier van pesticiden bestrijden: in de wijngaard bonden ze tape om de wijnranken heen met de geur van vrouwelijke motten. Hierdoor denken de echte motten dat er teveel competitie is en vliegen ze ergens anders naartoe. Hierdoor worden er dus geen eitjes in de wijngaarden gelegd. How smart.

Bij Gambino proefden we veel. Heeeeel veel, en kregen we ontzettend lekker eten. Ik zal jullie niet jaloers maken. Kazen, olijven, heerlijke olijfolie, ciabatta, verse artisjok, zongedroogde tomaten… en wijn dus. De favoriet was Tifeo. Deze blend van nerello mascalese en nerello cappuccio heeft echt mijn hart gestolen. De wijn was gewoon zo van: dit wil ik altijd. Elke dag. Je kunt er heel lang over praten maar ook gewoon van genieten. Ik lijk wel een slecht wijnetiket, maar echt: chocola, kersen, kruiden, tabak, framboos. It had it all. Té jammer dat ik een alleen handbagage had, anders was het echt een doosje geworden.

Planeta

We konden na deze proeverij rollend naar huis. Dat hebben we ook maar gedaan. De volgende dag bezochten we het uiterste zuiden van Sicilië: Noto. Hier kwamen we bij het wijnhuis Planeta voor de nero d’Avola: een andere native grape van Sicilie. Deze druif is wat je kunt noemen ‘behoorlijk’. Hij heeft alles behoorlijk veel. Veel body, veel fruit, veel tannines, veel zuren en ook vaak veel alcohol (hij houdt namelijk errug van hitte).

Naast nero d’Avola produceert Planeta ook wijnen van veel andere rassen en veel andere plekken op het eiland. Planeta is een soort van-alles-wat. En dat is niet oneerbiedig bedoeld. Ze maken wijnen van overal op het eiland en hun doelstelling is to express terroir, zoals Massimilliano ons vertelde. En dat is ze bij een aantal wijnen die wij proefden gelukt.

De meest opvallende wijn vond ik de Nocera (100% nocera). Deze wijn wordt gemaakt op de rand van een klif bij de zee. De ziltigheid kwam je al van verre tegemoet. Steek je neus in het glas en je waant je op een heuse vismarkt. Erg bijzonder, maar je moet er van houden.

Toerist mist hoogtepunt

Omdat we ook de Etna nog moesten beklimmen (ik heb natuurlijk wel even de toerist uitgehangen), was er geen tijd meer voor… je raadt het misschien al: marsala. Super jammer, en achteraf een beetje spijt, maar het eiland was ook echt groter dan ik me had voorgesteld (bijna 26.000 km2!)

In a nutshell: ga naar Sicilië (als het weer mag!), maar plan je trip. Ik had het geluk een vriendin te hebben die me overal naartoe bracht. Ik spreek een aardig woordje Italiaans maar vergis je niet, op Sicilië versta je er niks van! En Engels is eerder uitzondering dan regel.

Het eiland is prachtig, maar ook veel is vergane glorie en wanneer niemand je meeneemt naar die mooie plekjes kan ik me voorstellen dat het een soort deceptie kan worden. Er is ontzettend veel variatie aan wijnen en eten. De mensen zitten vol met temperament en zijn ontzettend gastvrij. Marsala is dé reden voor mij om terug te gaan. En Simona natuurlijk. Én het eten van haar moeder. Én de Tifeo wijn!! Mamma mia.

Io ritorno!

Toch een mooie herinnering aan Italië.


Bronnen

Ik ben Rachel van Weringh, fresh op de wijnmarkt en niet van plan om daar weg te gaan. Ik ben bezig met het behalen van de vinologenopleiding en kan niet wachten om meer te leren en te weten al heb ik soms het gevoel dat hoe meer je leert, hoe minder je weet! Laten we proosten.