Als je dacht dat de bretel uit het straatbeeld verdwenen was, heb je het mooi mis. Ze maken een comeback op de Union des Grands Crus de Bordeaux. Is dit de nieuwe coltrui of heeft het soms met Bordeaux te maken? Lang om erover na te denken heb ik niet, want de eerste halte is al in zicht: Pomerol. We gaan proeven!
Jaargang 2016 staat voor ons klaar in de Beurs van Berlage.
Even over Bordeaux
Ik kan nu wel heel tof doen over Bordeaux en alle chateaux, maar ik heb géén idee. Wat ik je wel kan zeggen, is dat het de derde keer is dat ik hier ben. De eerste keer was ik overwhelmed. Hier en daar een zware dobber, want jaargang 2014 was wat stroef.
Mij kon het niet zoveel schelen. Ik proefde Smith Haut Lafitte, La Conseillante, Giscours en Le Bon Pasteur op één dag. Dat was al een feest, maar het kan dus mooier, ontdekte ik vorig jaar – jaargang 2015. Het fruit nam het podium, de tannines en zuren speelden mooie bijrollen. Zoals het heurt. In mijn notities kom ik plusjes en ‘OMGs’ tegen bij: de witte van Chantegrive, Pape-Clément en SHL.
Qua rood weet ik nog dat ik blij werd van Poujeaux (Moulis), Giscours (Margaux), Clos Fourtet (Saint-Emilion). Bij Wijnhandel Peeters proefde ik de wijnen van de Sichel familie en was ik ook zeer te spreken over Chateau d’Angludet (naast Palmer, obvioulsy). Toen proefde ik 2014 en 2015 naast elkaar.
Jaargang 2016, yes!
Dan is het nu tijd voor 2016. We beginnen met de rechteroever en ik moet zeggen dat ik Saint Emilion net iets mooier vond dan Pomerol. Iets voller met veel, maar hele rijpe tannines. Dat is denk ik het thema van de dag. Veel tannines, maar zacht en rijp. Uit Saint Emilion springt Château Pavie Macquin er voor mij uit.
Hier hoor ik voor het eerst het verhaal over de garagewijnen van de rechteroever, waarvan Château Valandraud de eerste was. Schitterend verhaal. Een wijn maken zoals Le Pin en Fleur de Gay, dat was de droom van Jean-Luc Thunevin. Hij had alleen niet zoveel financiële middelen als zijn buurtjes. En ook geen apparatuur. Maar wel een perceel merlot en een grote drang om een mooie wijn te maken. Handen uit de mouwen dus. Ontstelen gebeurde met de hand, net als het onderdompelen van de hoed tijdens de gisting. Het geld dat er was ging naar (nieuwe) eikenhouten vaten. Hun eerste vintage, 1991, bedroeg niet meer dan 100 kisten. Zo’n kleine oplage is natuurlijk een deel van de charme van een garagewijn, maar in dit geval deed de voorjaarsvorst ook een duit in het zakje. Ze hadden wat dat betreft meer geluk in 1992 met een oplage van 375 kisten.
De wijnen kregen steeds meer aandacht van de grote wijnschrijvers als Bettane en Parker met als hoogtepunt 95 Parker-punten in 1995. Robert Parker noemde Thunevin de bad boy van Bordeaux. Sommige websites claimen dat Valandraud in dat jaar hoger scoorde dan Petrus, maar hard bewijs vind ik daar niet voor (dus wie het weet, graag reageren!).
Die Jean-Luc kijkt niet op een regeltje meer of minder, zo heeft hij ook wel eens twee hectare wijngaard met plastic bedekt om regenschade te voorkomen. HAHAHAHA. Daar stak de INAO (het comité van de appellations) een stokje voor. Vonden ze niet oké. Thunevin mocht dit niet verkopen als AOC Saint Emilion. Chateau de Valandraud degradeerde dus tot een Vin de France (waarop hij ook “Chateau de Valandraud” niet meer mocht gebruiken). Wat deed hij? Hij veranderde het etiket naar L’interdit de V……..d. Is toch prachtig?
Inmiddels maakt hij zo’n vijftien verschillende wijnen, waaronder de Bad Boy verwijzend naar de nickname die hij kreeg van Robert Parker.
Médoc
Na Saint Emilion duiken we de Médoc in. Van alle gemeentes heeft Pauillac de meeste tannines. Wat dat betreft zat Chateau Giscours (Margaux) ook lekker in de wedstrijd. Chateau du Tetre was zachter. Het is mooi om te zien hoe belangrijk de bodem is in Bordeaux. In een warm jaar zijn het juist de wijngaarden met klei, waar het beter gaat. Klei houdt vocht vast en blijft dus wat koeler. In een koel en/of nat jaar snak je juist naar kiezelgronden, want lekker waterdoorlatend én ze houden warmte vast. We blijven ook staan bij Pessac-Léognan. Voor het tweede jaar op rij verlies ik mijn hart aan Pape-Clement (vorig jaar wit, nu rood) en SHL (beide). Ik kan ook uren blijven ruiken aan het glas Chateau de Chantegrive blanc. Witte Bordeaux verdient ook meer aandacht, hoor.
Union des Grands Crus de Bordeaux
Het blijft een feestje, de Union des Grands Crus de Bordeaux, waar ik elk jaar weer mijn ogen uit kijk. Zowel qua wijn als qua publiek. Iedereen komt hier. Van beginnend sommelier tot oude rot in het vak (no offense). Wat vinden ze van Bordeaux? Wat is hun eerste of mooiste herinnering aan Bordeaux? Misschien moet ik dat volgend jaar eens gaan uitzoeken. Ik ben razend benieuwd naar hun wijnverhalen. Met of zonder bretels.
Share:
11 handige tips bij wijnspijscombi's
Wijnvraagbaak: wat is malolactische omzetting?