Het is weer dinsdag, dus tijd voor een nieuwe les. Er zat even wat tijd tussen, omdat ik mijn aantekeningen nog eens even moest nalezen. Dit was de tweede les van de wijncursus WSET Advanced Les 3 en we behandelden Bordeaux, Rhône én Zuid-Frankrijk in één les. Pittig avondje. Ik start met Bordeaux…
Hoe zat het ook weer met Bordeaux?
Al menig clubavondje heb ik Bordeaux proberen uit te leggen. Dat valt niet mee. Gelukkig krijg ik weer even een opfrissing. Hier komt ‘ie:
Je hebt dus een rivier, de Gironde, die halverwege splitst in de Dordogne en de Garonne. Precies tussen die twee rivieren zit de appellation ‘Entre-deux-mers’, Frans voor ‘tussen twee zeeën’. De AOC geldt voor witte wijnen, maar er wordt eigenlijk meer rood gemaakt. De rode wijnen uit dit gebied moeten gewoon worden gelabeld als AOC Bordeaux.
Linkeroever: Médoc
Aan de linkeroever vind je de beroemde Médoc. Hier vind je de beroemde dorpen als Margaux, Paulliac en Saint-Estèphe. Er heerst een zeeklimaat en de bodem bestaat uit kiezelstenen (‘gravel‘). Dat is goed, want dat zorgt ervoor dat het water weg stroomt en warmte vasthoudt. Ideaal voor cabernet-sauvignon. In 1855 is de beroemde Médoc classificatie opgesteld, die de topwijnen indeelt in vijf klassen. Sinds die tijd is de lijst maar twee keer veranderd.
Oké, dus die top chateaux zijn al die jaren hetzelfde gebleven? Nee, zeker niet. De top chateaux hebben steeds meer land bijgekocht en hun wijngaarden op die manier dus steeds verder uitgebreid. We mogen dus best een beetje sceptisch zijn. Het staat lijnrecht tegenover de classificatie van Bourgogne.

Rechteroever: Pomerol & Saint-Émilion
Rechts van de oever vind je de dorpen Pomerol en Saint-Émilion. Hier bestaat de bodem voor een groot deel uit klei. Ideaal voor merlot. Saint-Émilion heeft zijn eigen classificatie, die iets eerlijker is dan die van zijn overbuurman. Hier geldt een titel voor 10 jaar, daarna wordt gekeken of dat nog steeds van toepassing is. Pomerol heeft daarentegen geen classificatie. Lekker makkelijk.
Bordeaux blend
De wijnen uit de Bordeaux zijn nagenoeg altijd blends. Aan de linkeroever wordt de blend gedomineerd door de cab-sauv wordt hij aangevuld met merlot. Hoe beter het jaar, hoe meer cab-sauv er vaak in de wijn zit. Aan de rechteroever is het andersom – daar speelt merlot de hoofdrol. Daarnaast worden cabernet-franc, malbec en petit-verdot ook af en toe gebruikt. In Pomerol zijn er een paar wijnhuizen die een 100% merlot maken.
Wordt er ook wit gemaakt in Bordeaux?
Als ik aan wit denk, dan denk ik eigenlijk niet zo snel aan Bordeaux. Laat staan dat ik er eentje koop. Totdat ik tijdens de cursus een mooie witte Bordeaux proefde. Voor witte wijn mogen er drie druivensoorten gebruikt worden: sauvignon blanc, sémillon en muscadelle.
Voor de premium wijnen, de wijnen die een houtlagering ondergaan, wordt meestal een 50% / 50% blend van sauv blanc en sémillon gebruikt. Tijdens de wijncursus proefden we de G van Guirard. Guirard is een bekend huis uit de Sauternes, de zuidelijke regio van Bordeaux, die bekend staat om haar dessertwijnen.
De ‘G’ staat voor hun droge witte wijn. Net als Chateau d’Yquem doet met hun ‘Y’. Hip dingetje, daar. Maar daar mogen ze wat mij betreft mee doorgaan. De sémillon zorgt voor iets molligs, waar de sauv blanc de frisse zuren brengt. Dit alles omringd door een toefje houtaroma’s. Yum!
Bordeaux is een verhaal op zich. Inmiddels zit het in mijn hoofd, maar echt makkelijk uitleggen vind ik het niet.